zaterdag 25 december 2021

Stille kracht in het universum…

 

Mysterieuze sterren, ongrijpbaar, niet bevattend

Waar geen lucht is, kan geen geluid bestaan. Uiteenspattende sterren, botsende sterrenstelsels, zelfs de oerknal waarmee de kosmos een kleine 14 miljard jaar geleden werd geboren: alles in het heelal voltrekt zich in absolute stilte…  (bron: Roots december 2015)


Nu de dagen korter worden, en de nachten langer, de avonden kouder en de sterren feller, moet ik nog vaak aan iemand denken. Ik ga dan altijd even naar buiten, de frisse heldere winterkou in. En dan kijk ik naar die mysterieuze sterren. Ongrijpbaar, niet bevattend, soms in nevels gehuld, maar altijd fel fonkelend. Ze staan voor mij symbool voor mijn oom. Ook ongrijpbaar, niet bevattend, in nevels verhuld...
Hij hield van verre reizen en van het bestuderen van sterren. In een twee hands wagentje reisde hij heel de wereld over. Met zijn sandalen en zijn lange baard en haren, creëerde hij een hippieachtig uiterlijk. Hij was een beetje een zonderling, en ook een lopende encyclopedie. Hij wist veel van landen, hemellichamen en geschiedenis. Wanneer hij daarover begon te vertellen, kwamen de woorden als een hard stromende beek klaterend naar beneden om te eindigen in een bodemloos meer, helder en transparant, met eindeloze vergezichten. Geboren in dat kanaaldorp in Zeeuws-Vlaanderen waar grote wereldse zeeschepen zachtjes ruisend als zijden rokken door het water glijden terwijl de sterren aan de hemel fel fonkelen. Was daar zijn fascinatie voor dat reizen en die sterren vandaan gekomen? Verliet hij ’s avonds het statige huis dat zijn vader zelf ontworpen en gebouwd had, om zich te laten toejuichen door deze gigantische vaartuigen in donkere nachten? 

Jarenlang hoorde ik niets van mijn oom. Soms liep ik over straat, zoekend naar hem. Naar mannen met lang haar en lange baarden. En dan vroeg ik mij wel eens af: hoe zou het toch met hem zijn? Hoe zou zijn leven verlopen? De herinneringen aan hem koesterde ik als een dierbare vakantiefoto van een imponerend Noors fjord. Soms hoopte ik ooit weer een glimp van hem op te vangen. Het voelde  alsof ik zocht tussen duizenden sterren in een diepblauwe nacht. Totdat hij zomaar ineens weer in mijn leven verscheen om later weer te verdwijnen op miraculeuze wijze. Om vervolgens nooit meer terug te keren, om voor goed uit mijn leven te verdwijnen. Maar goed, dat wist ik toen nog niet. Verrast door zijn metamorfose nam hij toch weer opnieuw deel aan mijn leven. Met zijn haren deze keer een stuk korter en zijn baard gemillimeterd. Hij was een gedistingeerde man geworden en zijn naam was eveneens veranderd in een sjiekere versie. Bovendien had hij zichzelf geïntegreerd in een gezin en ik begon hem ook weer vaker te zien. Met vaker bedoel ik zo’n één à twee keer per jaar. Maar dat was veel gezien de frequentie van de bezoekjes in het verleden.

Nog wel altijd op zichzelf, rustig van aard. In mysterieuze nevels verhuld. Soms ook met een vleugje alcohol. Het was ook in de hernieuwde kennismaking dat hij mij liet proeven van zelfgemaakte likeuren en mij meenam naar de sterrenwacht van waaruit hij via een grote koepel naar de sterren kon kijken. Ik kan me nog herinneren, dat er rond dat gebouwtje ‘zêkebèdde’ stonden te bloeien. Zijn officiële naam is paardenbloem. Je weet wel, die geelachtige zomerbloeier. Met een hele sterke wortel! Bijna heel de zomer bloeiend, soms velden vol. Een bloemetje, zonder tierlantijnen, gewoon, weinig geurend, stil aanwezig, maar met een ongekende stralende rijkdom. Net als mijn oom. 
De sterren staan symbool voor mijn oom

De jaren kabbelden voorbij als slingerende beken in Noorse landschappen en toen ik ouder werd, wilde ik weer op zoek gaan naar die authentieke oom. Die flamboyante figuur uit de zeventiger jaren. Met dat lange rode haar. Met diezelfde rode glans die ik af en toe over mijn eigen haren zag gloeien.  Daarvoor moest ik wel zijn nieuwere versie spreken. Ik heb hem toen nog één keer gezien. Tijdens deze ontmoeting voelde ik dat er iets niet klopte. De zwijgzaamheid die rond hem heen hing, stond in sterk contrast met andere stille momenten die als welkome zinderende warme zomerdagen hem vergezelden. Deze keer was hij omhuld met een dikke ondoordringbare mist. Een betonnen muur, waar je zelfs met een drilboor niet doorheen kunt komen. Hij was net zo onbereikbaar als de sterren in een zomernacht. 

Het bericht kwam dan ook als een mokerslag aan toen ik vernam dat een hogere macht hem totaal onverwachts naar de sterren gezonden had. Een hartaanval was hem fataal geworden…
,,Hij kon wel eens wat afstandelijk zijn”, zei een mevrouw met muisgrijze haren en een bleke gelaatskleur tijdens zijn indrukwekkende crematie. Ach, die oom, soms verlegen. Een ouwe goedzak was het. ,,Hij had altijd zo van die twinkeloogjes”, zei weer een andere mevrouw met een hoogblond bobkapsel. Welja, als ik dan inderdaad de sterren zie twinkelen, zo in de pikzwarte nacht, moet ik aan hem denken. Hoe kan het ook anders. Als een donderslag bij heldere hemel verdween hij. Of als de oerknal. Hij had het zelf ongetwijfeld veel beter kunnen omschrijven. Als sterren- en heelaldeskundige.

Op zoek naar meer mooie verhalen? Dan is het boek 'Zatte Bramen en andere sfeerverhalen' iets voor jou! Te koop bij Boekscout.nl.