zondag 7 augustus 2016

Mis Poes…deel 2

Tekst:         Cora Verhelst
Fotografie: Ronny Bouwens
 
Ik ben Dimpey. Je weet het vast nog wel. Die Europese korthaar met olijke streepjes en een malle snoet met een sproetje op zijn neus. Mijn leven begon in het asiel. In een kartonnen doos. En in een abstracte ruimte. Met wat broertjes en zusjes die over elkaar heen tolden. Mijn baasje kwam mij op een dag ophalen. Met die platonische vriendin. Vervolgens leefde ik een viertal jaren op een flat. Dit decor vormde weliswaar de warming-up voor mijn verdere leven. Daar werd ik namelijk lichamelijk getraind ter voorbereiding op mijn toekomstige avontuurlijke leven. Maar dat wist ik toen natuurlijk nog niet. Mijn trainingen bestonden uit keiharde races vanaf het balkon richting die aftandse bank die ik gebruikte als aftrap voor mijn verdere racerondje door de flat. 

De tuinen van William Farcy met zijn rozenbogen hebben op
veel mensen en dieren aantrekkingskracht
Ondeugend, lief, een huismus, maar, hoe paradoxaal ook, een avonturier. Ja, dat ben ik. Luxemburg, Duitsland, België, Frankrijk. Mijn voetsporen, met zachte kussenvoetjes, zijn internationaal te noemen. Ik bezocht al talrijke Franse tuinen, mooie dorpjes, genoot van spectaculaire zonsondergangen en beleefde de geschiedenis van W.O.I in Diksmuide. Maar goed, om even to the point te komen: het nieuwe camperseizoen stond weer voor de deur. Er werd weer druk gestofzuigd. Doekjes wapperden in het rond. Spullen werden ingeladen. Klaar voor nieuwe Franse avonturen. Tenminste, dat verwachtte ik. Tot die ene fatale dag: twee breedgeschouderde mannen stonden bij de camper. De ene had een dikke stapel bankbiljetten bij zich.
De andere dook met zijn neus onder de motorkap. Ik was er helemaal niet gerust op. En was bang voor einde avonturen. Ze liepen rondjes rond de camper en ineens was de deal gesloten. Ze reden ermee weg. Mijn bazinnetje rende er nog achteraan. Maar mijn baasje telde een dikke stapel met bankbiljetten. Ik zag de camper daarna nooit meer: die vierkante kubus op wielen met zijn romantische gele strepen verdween tot ver achter de horizon…
 
Ik keek nog één keer achterom
Een zestal weken gingen voorbij. Toen op de 1e juli mijn baasje aan kwam rijden in een gestroomlijnde witte reisauto. Dit was duidelijk een andere. Ik knipperde even met mijn ogen en weigerde in eerste instantie erin te gaan. Het voelde als verraad. Maar goed. Uiteindelijk ging ik toch overstag. Om nu heel de zomer in het bijzijn van mijn trappelende buurvrouw te verblijven. Daar had ik ook geen zin in! Er waren wel wat dingen veranderd: op de banken lagen dekentjes, er stond een super zacht mandje voor mij klaar en ik kreeg mijn eten geserveerd op een luxe dienblad. Met antislipbakjes! Was ik eindelijk verlost van die stinkende Tupperware dozen. Maar daar bleef het helaas niet bij. Er was ook een andere regel bijgekomen: ik moest een tuigje aan en aan een lijntje, met daaraan een touw, en daaraan weer een oranje springtouw, naar buiten. Wat een afgang! Maar ik had mijn plannetje al klaarliggen. 
 


'Het was toen nog maar een piece of cake: of zoals de Fransen zeggen: une futilité'

 
De eerst dagen verbleef ik in de camper. Kwestie van wennen. En o ja, we sliepen nu beneden in plaats van boven. Dat was wel jammer. Want ik miste mijn races vanaf het aanrecht vanwaar ik een grote jump nam naar de alkoof alwaar ik magen en volle blazen behoorlijk kon instampen. Maar goed. Je kan niet alles hebben. Ik bleef in de camper, mèt mijn tuigje aan totdat ik vernam dat we verbleven op die prachtige groene camping in Offranville vanwaar je het mooie park van William Farcy kan bezoeken. Weet je nog? Daar wilde ik graag nog eens heen! Zonder tuigje uiteraard! Ik daalde het trapje van de camper af. Mijn lijntje en touw als een spectaculair gevolg achter mij aan. Mijn baasjes zaten ontspannen bij de camper. Nu nog wel! Maar daar zou snel verandering in komen. Want ik draaide rond zijn wielen heen, het zwarte rubber flink afknijpend en tolde een paar keer rond de stoel van mijn bazinnetje. Ze kegelde met stoel en al zo het gras in!  Maar ik had ze
Ik bepaalde mijn eigen camperleven...
waar ze wezen moesten. Rechtopstaand en druk doende om de wirwar van kluwens los te halen. Wat een sensatie! Toen de lijn weer recht gespannen was, trok ik hem zo strak mogelijk. Het was toen nog maar een piece of cake: of, zoals de Fransen zeggen: une futilité. Binnen 10 seconden, nee, ik lieg, binnen 5 seconden was mijn tuigje volledig af. Met mijn achterpoot ontdeed ik hem van mijn hals en het middenstuk? Dat gleed er zo af.  Ik maakte mijn lichaam zo dun als een flessenhals en aangezien ik zo glad ben als een aal, gleed hij zo mijn slanke lichaam af. Ik keek nog één keer achterom: mijn baasjes achterlatend met hun gezicht als een verwrongen vraagteken. Onthutst, zich verslikkend in hun Franse wijn. Toen nam ik een grote spurt en haastte mij richting de bloemrijke tuinen van William Farcy…
Wil jij net als Dimpey het bloemenpark William-Farcy bezoeken? Een glooiende parkachtige tuin met talloze borders en achter elk hoekje in de zomer een verrassende bloemenpracht ontdekken? Boek dan nu een mooi plaatsje op Camping Le Colombier, een groene camping gelegen naast het bloemenpark van William-Farcy.

Camping Municipal Le Colombier
453 Rue Loucheur
76550 - Offranville
Lees ook:
Mis Poes van oktober 2015 

© Copyright Corawriter 2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten