woensdag 1 april 2020

1 april


Hij was altijd rustig en integer. Spreken deed hij dan ook met een omfloerste stem. Het was aangenaam om naar hem te luisteren. Ook zijn woorden leek hij zorgvuldig te kiezen. Wanneer zijn vrouw uitgescholden werd door een medebewoonster berispte hij de ‘dader’ op een rustige toon. Op een correcte wijze. Professioneel bijna. Alsof hij niets anders deed. Hij liet zich absoluut niet verleiden tot scheldkanonnades. Ondanks zijn 88 jaar zag hij er fysiek goed uit. Bijna atletisch zelfs. Altijd netjes gekleed. Het was een man waarmee je, als je hem in het dagelijkse leven zou tegenkomen, best eens een kopje koffie mee zou willen drinken. Vaak was hij vriendelijk, beleefd en dankbaar. De sociale vaardigheden in acht nemend. Wanneer ik zijn kopje koffie bracht, altijd met een klontje suiker en een wolkje melk, bedankte hij mij altijd. Aan tafel, tijdens het avondeten, schepte ik zijn bord vol die hij vervolgens helemaal leeg at. Hij klaagde nooit.

Op een avond stond hij bij de koekjesdoos. Spiedend keek hij in het rond. Het was overduidelijk dat hij niet gesnapt wilde worden. Hij pakte er een koekje uit en stak het in het zakje van zijn overhemd. Het ligt bijna in de lijn van de verwachting dat hij helemaal de doos leeg zou plunderen. Zijn dementie kon zomaar ineens de kop opsteken. Maar hij deed het deksel er weer netjes op.

In eerste instantie zou je denken dat er niets met hem aan de hand was. Soms leken zijn opmerkingen bijna filosofisch en vaak humorvol. Het zou een fijne collega zijn om mee samen te werken. Ik vroeg me vaak af hoe hij geweest moest zijn voordat de dementie grip op hem had gekregen. Hij leek mij een echte grappenmaker. Een droogkloot, zouden ze vroeger zo iemand genoemd hebben.

Toen ik op een dag door de gang liep in het verzorgingstehuis kwam hij als een ‘duveltje uit een doosje’ vanachter een muurtje tevoorschijn. Het leek wel weer een van zijn grappen. Hij liep in zijn hemd met een lange broek en een plastic blauw mutsje op. Je kent ze wel. Van die mutsjes die medici wel eens dragen tijdens operaties.  ‘Anders wordt mijn haar nat,’ gaf hij hiervoor als verklaring.  Als je niet beter zou weten zou je denken dat hij de lolbroek op het werk was. Iemand waarvoor je op die ene grappendag waakzaam moest zijn. Hoe ironisch was het toen ik tijdens het bestuderen van zijn eetgewoonten in de map mijn oog viel op zijn geboortedatum. De grapjas. Maar het stond er toch echt zwart op wit: 1 april.

Op zoek naar meer mooie verhalen? Dan is het boek 'Zatte Bramen en andere sfeerverhalen' iets voor jou! Te koop bij Boekscout.nl  

© Copyright Corawriter 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten