Fotografie: Ronny Bouwens
Het was echt de aller-, aller-, allerlaatste keer. Ik
realiseerde me dat. Zomaar. Plotsklaps. Het deed me veel meer dan ik had
verwacht. Ik had gedacht dat ik het zonder blikken of blozen zou kunnen. Ik
wilde er vanaf. Voor eens en altijd! Maar de praktijk wees anders uit. Mijn
gevoel gaf mijn verstand een behoorlijke optater. Ik pakte mijn fiets stevig vast.
Vooruit! Ik zou mij niet laten kennen! Mijn vader zwaaide mij nog na. En ik
zwaaide voorzichtig terug. Het was weer even wennen. Met mijn bijna 30 jaar oude fiets. Mijn
allerlaatste ritje. De final countdown. Ik karde door de straten. De wind door
mijn haren. De zon als een helder object aan de hemel. Witte wolken dreven aan
mij voorbij. Mijn voeten rouleerden in het rond. Ritmisch. En ik ging harder.
Steeds harder. Het was onvoorstelbaar hoe goed hij nog reed. En ik voelde mij blij.
Herboren. Ontspannen. Het leek wel bijna therapeutisch. Ik keek rond, en
genoot. De bebouwing gleed aan mijn ogen voorbij. Een jonge vrouw aan de
stoplichten schoot mij voorbij, maar ik racete haar voorbij. Ik was niet meer
te stoppen. Vroeger was ik altijd de laatste. Nu was ik de eerste! 30 jaar
gleden aan mij voorbij. Ik kreeg hem van mijn vader omdat ik naar een andere
school ging. En die was 6 km verder dan mijn oude school. Ik weet het nog als
de dag van gisteren. Mijn moeder was ziedend. Woest. Heeft dagen lang lopen
mokken. Om die fiets. Want hij was veel te duur. Ook de fietstassen. Van die
grote, stevige. Met mijn boekentas erin reed ik ermee naar school. Elke dag op mijn fiets. Door weer en wind. Soms vloog ik door de harde zijwind bijna de
sloot in. Maar deze stalen ros hield mij overeind.
Ondanks alles! Een andere
keer werd ik door een keiharde storm tegen een auto aan geslagen. Zelf had ik
niets. Mijn fiets ook niet. Natuurlijk niet. Zo’n goede kwaliteit. De auto had
daarentegen een grote kras. Van mijn fiets. Samen met de eigenaar zat ik bij
hem thuis op de koffie. Ik liet mijn gegevens achter. Ik heb er nooit meer iets
van gehoord maar ik besloot sindsdien te voet te gaan. Ik durfde niet meer met
die harde wind. De fiets verdween in de schuur. Als een kostbaar relikwie. Wegdoen?
Nee. Dat nooit! Oude herinneringen droeg hij met zich mee. Zaten als een stuk
modder er aan vastgeplakt. Jarenlang stond hij daar. Tot ik besloot om hem toch
maar weg te doen. Ik deed er helemaal niets meer mee. Daarom reed ik daar weer op
mijn fiets. Op pad naar de nieuwe eigenaresse! Soepel draaiden mijn pedalen
rond. Wat een klasse! Ik genoot van het polderlandschap. Het mooie
voorjaarsweer. Een koppeltje eenden zwom in de sloot. Het waren natuurlijk de
nazaten van die van 30 jaar geleden. Ik trapte maar door en door. Zag bloeiende
sneeuwklokjes. En toen ineens, was ik er bijna. Bij de nieuwe bestuurder van
mijn fiets. Spanning was van mijn schouders afgevallen. Ik voelde mij bevrijd.
Heerlijk. Dolgelukkig zelfs. Ik had het gevoel dat ik glunderde. Ik wilde mijn
oude fiets eigenlijk helemaal niet kwijt. En ik reed keihard aan zijn nieuwe
adres voorbij…deze fiets ging weer mooi terug naar huis! Hij verdiende een keurig
plaatsje. Onder een zacht dekentje. Ik had er nieuwe plannen mee. Hij moest
eerst maar eens opgepoetst worden. En daarna? Ach ja, over 30 jaar zie ik wel
weer…
Lees ook: Goedkoop of duurkoop van april 2015
© Copyright Corawriter 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten