Weet je dat
er opnamen zijn geweest in de buurt van Axel van Jackass, de actiefilm? Nee? Ik
eerlijk gezegd ook niet. Maar ik zat er midden in. Als figurant? Welnee. Ik was
de hoofdrolspeelster. En naast mij, een knappe jonge bruinverbrande stuntman. Alleen
één ding was de regisseur vergeten: mij van alles op de hoogte te brengen en
mijn script te laten lezen.
Ik rijd door
het lieflijke Zeeuwse landschap, nu mooi groen
van de pas ontluikende natuur. Wolken van witte meidoorns, sprookjesachtig
fluitenkruid en fel zonlicht dat door de wolken gefilterd wordt. Van het West-Zeeuws
Vlaamse landschap rijdend naar Oost-Zeeuws-Vlaanderen, nog nagenietend van de
mooie tuin die ik zojuist heb bezocht: gelegen in een authentiek dorpje met
gezellig kerktorentje onderhoudt mevrouw Landrieu haar stekje met zorg. Diverse
soorten tulpen staan te bloeien met op de achtergrond een groen decor aan
diverse bomen. Koolmeesjes en musjes bezoeken regelmatig de tuin. Met al die
rustgevende beelden en geluiden nog in mijn herinnering, rijd ik, dat kan je je
wel voorstellen, relaxed naar huis. De brug van Sluiskil heb ik mee, achter mij
zie ik de lichten waarschuwend knipperen, alsof ze willen zeggen: wacht maar,
er staat je nog wat te wachten. Bijna de laatste afslag naar Axel nemend, weet
ik dat ik over een klein kwartiertje nog in mijn eigen tuin zal kunnen nasoezen
met een warm kopje thee alvorens weer verder aan de slag te gaan. Voor mij
draait een modderachtig voertuig de weg op. Maar even afstand nemen, een modderbad,
daar heeft mijn auto geen behoefte aan. Gelukkig
verlaat hij snel weer de weg, ik geef gas want voor mij is de weg vrij. Althans,
in eerste instantie. Wanneer ik de weg bijna ten einde ben, rijdt voor mij een
stationwagen met handgrepen. Ik zie dat er wat op het dak van de auto ligt. Het
lijkt wel een grote pop. Ik denk nog bij mezelf; het kan weer niet gekker. Maar
schijnbaar toch wel. De pop ligt op zijn rug en beweegt! Vanaf dat moment staat
mijn verstand stil. Het is een mens! Echt! De auto neemt de bocht naar links,
ik ook, ik moet richting Axel. Na de bocht springt de zogenaamde pop van de auto af. Het lijkt wel een stuntman,
op blote voeten komt hij op zijn ‘pootjes’ terecht. Ik zie een breedgeschouderde
adonis met donkerblonde haren naar mij toekomen. Als verdoofd schuifel ik de
kant in, zachtjes remmend, een tweestrijd speelt zich in mij af: helpen of
mijzelf in veiligheid brengen? Als op de automatische piloot doe ik de deur
open. De ‘stuntman’ buigt zijn hoofd en zegt paniekerig: ,, Mevrouw, kunt u mij
zo snel mogelijk naar huis brengen?’’ Ik hoor achter mij getoeter. Ik kijk in
mijn achteruitkijkspiegel en zie een rode vrachtwagen. Ik zeg: ,,Ik rijd een eindje verder, kun je daar
instappen.” Hij slaat de deur weer dicht, terwijl ik zachtjes doorrijd, loopt
hij verder over het fietspad van mij af. Stoppen kan ik niet meer, een
kruispunt naderend, zou dit niet verstandig zijn, misschien een stukje verder?
Maar in mijn spiegel kijkend, zie ik de ‘stuntman’ verder verdwijnen over het
fietspad. Ik rijd door, nog naverwerkend van wat er is gebeurd. Drie
kilometer verder ben ik thuis. De politie bellend, doe ik mijn verhaal. Ze
vragen naar het kenteken en hoe de auto eruit ziet. Kenteken? Geen idee? De
auto? Een soort van stationwagen, ik dacht donker, met handgrepen aan de
bovenkant. Daar hield hij zich aan vast. Of ik een mobiele telefoon bij me had?
Ik zat op de weg, hoe kon ik dan bellen?
Hoe het
verder afgelopen is? Het is een film met een open einde. En de tekst? Die heb
ik nooit meer van de regisseur gekregen…
Binnenkort te lezen: lupinelawine
Copyright ©
2014. Corawriter
Geen opmerkingen:
Een reactie posten