dinsdag 16 juli 2024

 

Van stijl naar vlak

Wat had ik er zin in! Een weekendje naar Provinciaal Domein Puyenbroeck: heerlijk kamperen in het groen. Relaxed fietsen door de bossen van Meetjesland: over slingerende paden die je begeleiden langs rustieke plassen. De familie waterhoen spotten in de vijvers. Genieten op het terras bij het restaurant. Dat werd een weekendje onthaasten: Er stond ons een mooie plek te wachten op de camping. De fietsen werden geplaatst op de fietsendrager. Het was nu alleen nog maar een kwestie van de spullen erin en vertrekken! Maar dat liep anders.

Bovenop De Muur wacht een schitterend uitzicht

Het vlakke Meetjesland werd door vriend Ronny verruild voor de steile Vlaamse Ardennen. Geen vlakke paden maar flinke klimmers. Wat zeg ik: ik stond oog in oog met De Muur van Geraardsbergen. En dat niet alleen. Want eenmaal boven: ging het weer in sneltreinvaart naar beneden. Wel door een prachtig idyllisch golvend landschap. Maar de route werd meer lopend dan fietsend afgelegd. Toegegeven: heb je De Muur eenmaal beklommen, dan kan je rekenen op een mooi uitzicht. En het aldaar gevestigde Taverne ’t Hemelrijck’  belooft de lekkerste gerechten en dranken. Het terras ligt bovenop de heuvel waar talrijke wielrenners in strakke pakken en met lijven gebogen over de fiets passeren.

Zoals gezegd werd de terugtocht een tocht te voet: de steile afdaling per fiets durfde ik niet aan. Desalniettemin maakte het heuvellandschap met de bloeiende borders natuurlijk veel goed. Eenmaal terug op de camping op Provinciaal Domein De Gavers konden we genieten van een mooie ruime camperplaats met de nodige privacy. Nu restte alleen nog een rustige avond met een goed boek. Hoe mooier kan het zijn? Maar eerst nog even Facebook checken: nicht Ingrid, een regelrechte sportfanaat uit het Noord-Hollandse Heerhugowaard, bleek ook haar weekend in België door te brengen. En wel in Merelbeke, zo’n 35 kilometer van onze camping vandaan. Wat een toeval! Ik tipte haar over het restaurant bij ons op de camping. Leuk vond ze het wel. Dat spontane berichtje van mij. Ze stapte met vriend in de auto en reed richting De Gavers. De vriend in kwestie bleek in België te wonen waar ze dat weekend zou logeren. Eenmaal in het restaurant spraken we over groenten kweken, kruiden gebruiken voor gerechten en van alles en nog wat. De regen kwam met bakken uit de hemel. De woorden vloeiden al net zo hard in onze conversaties. Na een gezellig avondje namen we afscheid.

De nacht verliep rustig en de volgende ochtend scheen de zon volop. We pakten de fiets en haakten in op het jaagpad langs de Dender. Onze trappers rouleerden in het rond. De zondagse rust voelde als een warme jas. Bij fiets- en wandelcafé d’Overkant’ hielden we halt. Een grijze Britse Korthaar begroette ons hartelijk. Zijn baasjes bleken ook nog eens uit onze streek te komen. Ze herkenden meteen ons accent! We namen na een hapje en een drankje weer afscheid van de Brit en sjeesden weer verder langs de Dender over het vlakke jaagpad. Want hier valt volop groen te ontdekken!

 Copyright Cora Verhelst

zaterdag 1 april 2023

 1 april 

Hij was altijd rustig en integer. Spreken deed hij dan ook met een omfloerste stem. Het was aangenaam om naar hem te luisteren. Ook zijn woorden leek hij zorgvuldig te kiezen. Wanneer zijn vrouw uitgescholden werd door een medebewoonster berispte hij de ‘dader’ op een rustige toon. Op een correcte wijze. Professioneel bijna. Alsof hij niets anders deed. Hij liet zich absoluut niet verleiden tot scheldkanonnades. Ondanks zijn 88 jaar zag hij er fysiek goed uit. Bijna atletisch zelfs. Altijd netjes gekleed. Het was een man waarmee je, als je hem in het dagelijkse leven zou tegenkomen, best eens een kopje koffie mee zou willen drinken. Vaak was hij vriendelijk, beleefd en dankbaar. De sociale vaardigheden in acht nemend. Wanneer ik zijn kopje koffie bracht, altijd met een klontje suiker en een wolkje melk, bedankte hij mij altijd. Aan tafel, tijdens het avondeten, schepte ik zijn bord vol die hij vervolgens helemaal leeg at. Hij klaagde nooit.


Op een avond stond hij bij de koekjesdoos. Spiedend keek hij in het rond. Het was overduidelijk dat hij niet gesnapt wilde worden. Hij pakte er een koekje uit en stak het in het zakje van zijn overhemd. Het ligt bijna in de lijn van de verwachting dat hij helemaal de doos leeg zou plunderen. Zijn dementie kon zomaar ineens de kop opsteken. Maar hij deed het deksel er weer op.

In eerste instantie zou je denken dat er niets met hem aan de hand was. Soms leken zijn opmerkingen bijna filosofisch en vaak humorvol. Het zou een fijne collega zijn om mee samen te werken. Ik vroeg me vaak af hoe hij geweest moest zijn voordat de dementie grip op hem had gekregen. Hij leek mij een echte grappenmaker. Een droogkloot, zouden ze vroeger zo iemand genoemd hebben.

Toen ik op een dag door de gang liep in het verzorgingstehuis kwam hij als een ‘duveltje uit een doosje’ vanachter een muur tevoorschijn. Het leek wel weer een van zijn grappen. Hij liep in zijn hemd met een lange broek en een plastic blauw mutsje op. Je kent ze wel. Van die mutsjes die medici wel eens dragen tijdens operaties.  ‘Anders wordt mijn haar nat,’ gaf hij hiervoor als verklaring.  Als je niet beter zou weten zou je denken dat hij de lolbroek op het werk was. Iemand waarvoor je op die ene grappendag waakzaam moest zijn. Hoe ironisch was het toen ik tijdens het bestuderen van zijn eetgewoonten in de map mijn oog viel op zijn geboortedatum. De grapjas. Maar het stond er toch echt zwart op wit: 1 april.

Copyright Corawriter 2021

Op zoek naar meer mooie verhalen? Dan is het boek 'Zatte Bramen en andere sfeerverhalen' iets voor jou! Te koop bij Boekscout.nl.

zondag 19 maart 2023

Een gezellig onderonsje

 

,,Ik geloof dat ik maar afslag Terneuzen ga nemen,” zeg ik vastberaden. Anita van Autorijschool Kijkuit staat op de parking op mij te wachten voor een lesje Westerscheldetunnel rijden. In principe is het niet moeilijk. Rechttoe rechtaan. Ondertussen luister je naar een muziekje of naar de verhalen van je medepassagier.

Het zou zo handig zijn. Een tunnel onderdoor de Westerschelde. Geen wachttijden meer. Binnen een paar minuten rijd je naar de overkant. 6,6 kilometer. Maar je moet het maar durven. Sommigen doen het gewoonweg niet. Ik heb het wel gedaan maar nu ook weer al jaren niet. Het gapende gat van de WST lijkt in mijn gedachten steeds groter te worden. Het uiterlijk, een grote grijze rioolbuis, wordt steeds lelijker: ,,Je moet het niet zien als een ingang maar als een uitgang. En je rijdt er veilig. Er staan camera’s. Gebeurd er iets dan zijn de hulpdiensten snel ter plekke.” Geruststellende woorden van Anita dus. En later volgen nog interessante feiten over de tunnel. Die vertelt ze tijdens de rit. Bewondering heb ik wel voor deze rijinstructrice. Je moet het maar doen. Met iemand meerijden die angst heeft. Want hoe ga ik reageren? We zijn aan het rijden en bij onvoorziene reacties moet ze ingrijpen. En zelf rustig blijven.

We besluiten om met mijn auto te rijden. Dat is vertrouwd. Wel hangt ze een extra achteruitkijkspiegel op voor haarzelf. Zo kan ze toch al het verkeer in de gaten houden. ,,Er is nog een bocht die ik vervelend vind,” meld ik haar. Het is die bocht nadat we ingevoegd zijn op de Tractaatweg en richting de Sluiskiltunnel rijden. Jawel, we passeren nog een tunnel. ,,Ok,” zegt ze, ,, geef het maar aan wanneer we daar rijden.”

Ik start mijn auto nog steeds met het plan afslag Terneuzen te nemen. Dat is de laatste afslag voor de tunnel. We voegen in op de Tractaatweg en vervolgen onze weg richting de Sluiskiltunnel. Die akelige bocht dus. Want van rechts nadert ook nog eens invoegend verkeer. ,,Deze bedoel ik dus,” licht ik Anita in. ,,Maar nu valt het mee. Ik heb er niet veel last van.” Zou dat door de aanwezigheid van Anita komen? Ze straalt rust en vertrouwen uit. Zo voel ik mij op dit moment ook. We rijden de Sluiskiltunnel in. Hier tel ik soms de poortjes om mij wat af te leiden. Dit werkt niet in de WST, want daar hangen er zo’n 120. Ontspannen rijd ik door de Sluiskiltunnel. We naderen afslag Terneuzen. ,,Wat zal ik doen? Afslaan of doorrijden?” Ik mompel wat in mezelf. Anita bemoeit zich er niet mee. Die beslissing laat ze aan mij over. Tot het laatste moment twijfel ik. Maar ik rijd door. Het bord ‘Lichten aan’ nadert. De slagbomen. En dan is het zover: ik laat me erin glijden. Anita praat rustig verder. ,,Wist je dat er hier gangen zijn waar je kan lopen? En als er iets gebeurt kan je hier op het alarmlicht drukken,” ze wijst in mijn auto naar de driehoek op mijn dashboard. ,,Je bent hier veilig,” zegt ze. Ik ben teruggezakt van 100 naar 80 maar blijf stabiel in mijn snelheid. Andere auto’s passeren. Ik luister naar Anita. Dat helpt en leidt af terwijl ik toch alert blijf. Het blijft een aparte onderneming. Door zo’n tunnel. ,,Je rijdt een mooie snelheid. Anderen kunnen je gewoon voorbij steken.” Ze kletst nog wat verder en informeert mij over leuke wetenswaardigheden: ,,Wist je dat er ook een nacht van de nacht georganiseerd wordt in de tunnel? Je rijdt er met een busje in. Je mag er dan ook uit en je bezoekt de gangen. Welllicht ook nog iets voor je om aan deel te nemen.” We zoeven zacht door de tunnel. Af en toe zie ik de borden met de aantal kilometers voorbij komen: nog 4, nog 3. Pfff, we zijn over de helft. Ik voel me goed. We kletsen rustig verder. En dan, licht aan het eind van de tunnel. We hebben het gehaald! Ik krijg moed en haal een vrachtwagen in. Een eind verderop parkeren we op verzoek van Anita op de kiss-and-ridestrook. Hier moet ik toch even ontladen. De stress komt er uit. Ik word beverig. We blijven nog even staan en praten na. Kort daarna vervolgen we onze weg naar Borssele en keren terug.

Anita stuurt mij informatie over de Nacht van de Tunnel van 2019. Ik  bedank haar voor het vertrouwen en beloof haar op de hoogte te houden. Ze antwoordt: ,,We gaan anders samen nog een keer maar als je zelf gaat neem dan je favoriete muziek mee en bedenk waar je jezelf op gaat trakteren als je weer thuis bent.. je hebt 6,6 kilometer de tijd om je te verheugen op je traktatie.” :- )

Volgende keer:

Het voorleeskwartiertje 


zondag 2 oktober 2022

Cultuur, natuur en gezellige terrasjes vind je in Amiens in Picardië

Stad aan de Somme


  Tekst: Cora Verhelst
  Fotografie: Ronny Bouwens


In de avonduren speelt zich een lichtshow af
Amiens in Picardië is een veelzijdige stad met heel wat bezienswaardigheden. Maar de mooiste en de bijzonderste willen we jou niet onthouden: zo vind je er de Hortillonnages (drijvende tuinen), en de grootste gotische kathedraal van Frankrijk die ook nog eens is opgenomen in de Unesco lijst voor Werelderfgoed.


Parkeer je camper of caravan op Camping Parc des Cygnes in Amiens, zo’n 5  kilometer van het centrum vandaan. Een fietstocht of wandeltocht langs het jaagpad van de Somme leidt je er naar toe. Vergezeld door ruisende bomen en zwemmende waterhoentjes. En in de verte….komt de statige Cathédrale Notre-Dame steeds meer in zicht.
Breng een bezoek aan deze historische kathedraal met zijn drie portalen, twee galerijen met kolossale beeltenissen en het flamboyante rozet. Het interieur is verrassend helder met eikenhouten snijwerk van begin 16e eeuw. Meer dan 4000 figuren beelden Bijbelse taferelen uit.


En in de avonduren, in de nachtelijke schemering lijken de buitenbeelden tot leven te komen en te transformeren in sprookjesachtige figuren met een diversiteit aan kleuren. Wisselende lichteffecten bezorgen het godshuis een gotische uitstraling. Dat allemaal dankzij een spectaculaire lichtshow die elke avond vanaf ongeveer 22.45 uur wordt gegeven gedurende de zomermaanden.   


Drijvende tuinen in Amiens
De Hortillonnages (drijvende tuinen) vind je in een netwerk van kanaaltjes. Je kunt ze wandelend bezoeken maar nog mooier is om de tuinen vanaf een bootje te bekijken. 
Want inderdaad, een gids leid je door de labyrinten van watertjes heen. Je hoeft niets te doen: alleen jezelf verwonderen over de met fruitbomen en bloemen aangelegde tuinen. In vroeger tijden werden deze tuinen met huisjes gebruikt voor de groenteteelt. Heden ten dage zijn de woningen van de groentetelers omgebouwd tot weekendchalets. 
Je kunt voor deze rondvaart inschepen aan de 54 Bd. Beauvillé in Amiens.  


En wie al deze indrukken wil laten bezinken, kan aanschuiven bij de vele terrassen aan de Quai Bélu in de wijk Saint-Leu. Deze kleine panden met authentieke voorgevels hebben zich getransformeerd, van wat ooit de huisvesting was van oude ambachten, in gezellige barretjes, restaurants en antiekshops. The place to be in de avonduren! De verlichte gevels spiegelen zich in het trage water van de Somme!  


Camping Parc des Cygnes
111 Avenue des Cygnes
80080 Amiens 


Zomaar wat Dimpeyfeitjes in getallen: 


Ons bijzondere reisgenootje reist al bijna 10 jaar mee!
Wist je dat ons bijzondere reisgenootje genaamd Dimpey al bijna 10 jaar met ons meereist? Zo heeft hij al een viertal landen, buiten Nederland, bezocht: België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk. Zijn dichtst bij zijnde camperplaats was een halve kilometer van zijn thuisadres, en zijn verste reis was naar Champtocé-sur-Loire, in de Loirestreek, zo’n 685 kilometer van zijn huis vandaan. Het twaalfjarige katertje loopt gewoon los en 
bezoekt tijdens een vakantie zo’n 10 camperplaatsen en/of campings. In augustus wordt Dimpey 13 jaar. 

zaterdag 25 december 2021

Stille kracht in het universum…

 

Mysterieuze sterren, ongrijpbaar, niet bevattend

Waar geen lucht is, kan geen geluid bestaan. Uiteenspattende sterren, botsende sterrenstelsels, zelfs de oerknal waarmee de kosmos een kleine 14 miljard jaar geleden werd geboren: alles in het heelal voltrekt zich in absolute stilte…  (bron: Roots december 2015)


Nu de dagen korter worden, en de nachten langer, de avonden kouder en de sterren feller, moet ik nog vaak aan iemand denken. Ik ga dan altijd even naar buiten, de frisse heldere winterkou in. En dan kijk ik naar die mysterieuze sterren. Ongrijpbaar, niet bevattend, soms in nevels gehuld, maar altijd fel fonkelend. Ze staan voor mij symbool voor mijn oom. Ook ongrijpbaar, niet bevattend, in nevels verhuld...
Hij hield van verre reizen en van het bestuderen van sterren. In een twee hands wagentje reisde hij heel de wereld over. Met zijn sandalen en zijn lange baard en haren, creëerde hij een hippieachtig uiterlijk. Hij was een beetje een zonderling, en ook een lopende encyclopedie. Hij wist veel van landen, hemellichamen en geschiedenis. Wanneer hij daarover begon te vertellen, kwamen de woorden als een hard stromende beek klaterend naar beneden om te eindigen in een bodemloos meer, helder en transparant, met eindeloze vergezichten. Geboren in dat kanaaldorp in Zeeuws-Vlaanderen waar grote wereldse zeeschepen zachtjes ruisend als zijden rokken door het water glijden terwijl de sterren aan de hemel fel fonkelen. Was daar zijn fascinatie voor dat reizen en die sterren vandaan gekomen? Verliet hij ’s avonds het statige huis dat zijn vader zelf ontworpen en gebouwd had, om zich te laten toejuichen door deze gigantische vaartuigen in donkere nachten? 

Jarenlang hoorde ik niets van mijn oom. Soms liep ik over straat, zoekend naar hem. Naar mannen met lang haar en lange baarden. En dan vroeg ik mij wel eens af: hoe zou het toch met hem zijn? Hoe zou zijn leven verlopen? De herinneringen aan hem koesterde ik als een dierbare vakantiefoto van een imponerend Noors fjord. Soms hoopte ik ooit weer een glimp van hem op te vangen. Het voelde  alsof ik zocht tussen duizenden sterren in een diepblauwe nacht. Totdat hij zomaar ineens weer in mijn leven verscheen om later weer te verdwijnen op miraculeuze wijze. Om vervolgens nooit meer terug te keren, om voor goed uit mijn leven te verdwijnen. Maar goed, dat wist ik toen nog niet. Verrast door zijn metamorfose nam hij toch weer opnieuw deel aan mijn leven. Met zijn haren deze keer een stuk korter en zijn baard gemillimeterd. Hij was een gedistingeerde man geworden en zijn naam was eveneens veranderd in een sjiekere versie. Bovendien had hij zichzelf geïntegreerd in een gezin en ik begon hem ook weer vaker te zien. Met vaker bedoel ik zo’n één à twee keer per jaar. Maar dat was veel gezien de frequentie van de bezoekjes in het verleden.

Nog wel altijd op zichzelf, rustig van aard. In mysterieuze nevels verhuld. Soms ook met een vleugje alcohol. Het was ook in de hernieuwde kennismaking dat hij mij liet proeven van zelfgemaakte likeuren en mij meenam naar de sterrenwacht van waaruit hij via een grote koepel naar de sterren kon kijken. Ik kan me nog herinneren, dat er rond dat gebouwtje ‘zêkebèdde’ stonden te bloeien. Zijn officiële naam is paardenbloem. Je weet wel, die geelachtige zomerbloeier. Met een hele sterke wortel! Bijna heel de zomer bloeiend, soms velden vol. Een bloemetje, zonder tierlantijnen, gewoon, weinig geurend, stil aanwezig, maar met een ongekende stralende rijkdom. Net als mijn oom. 
De sterren staan symbool voor mijn oom

De jaren kabbelden voorbij als slingerende beken in Noorse landschappen en toen ik ouder werd, wilde ik weer op zoek gaan naar die authentieke oom. Die flamboyante figuur uit de zeventiger jaren. Met dat lange rode haar. Met diezelfde rode glans die ik af en toe over mijn eigen haren zag gloeien.  Daarvoor moest ik wel zijn nieuwere versie spreken. Ik heb hem toen nog één keer gezien. Tijdens deze ontmoeting voelde ik dat er iets niet klopte. De zwijgzaamheid die rond hem heen hing, stond in sterk contrast met andere stille momenten die als welkome zinderende warme zomerdagen hem vergezelden. Deze keer was hij omhuld met een dikke ondoordringbare mist. Een betonnen muur, waar je zelfs met een drilboor niet doorheen kunt komen. Hij was net zo onbereikbaar als de sterren in een zomernacht. 

Het bericht kwam dan ook als een mokerslag aan toen ik vernam dat een hogere macht hem totaal onverwachts naar de sterren gezonden had. Een hartaanval was hem fataal geworden…
,,Hij kon wel eens wat afstandelijk zijn”, zei een mevrouw met muisgrijze haren en een bleke gelaatskleur tijdens zijn indrukwekkende crematie. Ach, die oom, soms verlegen. Een ouwe goedzak was het. ,,Hij had altijd zo van die twinkeloogjes”, zei weer een andere mevrouw met een hoogblond bobkapsel. Welja, als ik dan inderdaad de sterren zie twinkelen, zo in de pikzwarte nacht, moet ik aan hem denken. Hoe kan het ook anders. Als een donderslag bij heldere hemel verdween hij. Of als de oerknal. Hij had het zelf ongetwijfeld veel beter kunnen omschrijven. Als sterren- en heelaldeskundige.

Op zoek naar meer mooie verhalen? Dan is het boek 'Zatte Bramen en andere sfeerverhalen' iets voor jou! Te koop bij Boekscout.nl.

vrijdag 6 augustus 2021

Het was de aller- aller- allerlaatste keer...

 

De trappers gleden als een geoliede machine
,,Het is nu echt de aller- aller- allerlaatste keer.” Ik sprak de woorden haperend uit in de stoffige schuur van mijn ouders, waar mijn oude fiets al jarenlang ‘geparkeerd’ stond, in een vergeten hoek, vast geregen met spinnenwebben aan de muur, rustend onder een zacht wollen dekentje dat ooit gebruikt was als warmhouder in mijn wieg. Deze antieke velo moest nu eindelijk maar eens de deur uit, maar het deed me veel meer dan ik had verwacht. Ik realiseerde me dat. Plotsklaps. Ik had gedacht dat ik het zonder blikken of blozen zou kunnen. Maar mijn gevoel gaf mijn verstand een behoorlijke optater. Vooruit! Ik zou mij niet laten kennen! Ik pakte het stuur stevig vast terwijl ik de schuurdeur achter mij sloot. Mijn vader keek mij na vanuit zijn woonkamer, en zwaaide. Ik zwaaide terug, stak mijn hand ongecontroleerd de lucht in waardoor ik zwiepte met mijn stuur. Het was weer even wennen met die ouwe brik maar al snel karde ik door de straten terwijl de fiets zijn final countdown onderging. De wind speelde met mijn haren en de zon stond als een helder object aan de hemel. Witte wolken dreven aan mij voorbij en mijn voeten rouleerden in het rond. Ritmisch. Het was eigenlijk onvoorstelbaar hoe goed hij nog reed: de trappers gleden als een geoliede machine. Het zachte suizen bracht mij in een trance en de bebouwing gleed aan mijn ogen voorbij. Ik kon niet meer stoppen. Herinneringen kwamen als een oude film aan mij voorbij. Het was alsof ik een fotoboek opensloeg met oude foto's die een bepaalde warmte uitstralen...

30 jaar geleden had mijn vader mij beloofd hem cadeau te geven omdat ik naar een andere school moest en die was zes kilometer verder dan mijn oude school. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Hij had hem gezien bij de plaatselijke fietsenwinkel in de etalage. Mijn moeder twijfelde over de aankoop. Was het er eigenlijk niet mee eens. Want hij was nogal duur. Ik was de jongste van het gezin, en kreeg natuurlijk weer het beste van mijn vader. Het duurste. De fiets stond in schril contrast met de fietsen die mijn broers hadden gekregen. Dagenlang sprak ze er dan ook niet over. Over die fiets met zijn drie versnellingen en handremmen. Uitgevoerd met een robuust frame. Een hele vooruitgang na al die fietsen met terugtrapremmen. Kon ik er wat aan doen dat de modernisering ook op de fietsen had toegeslagen? Mijn vader liet zich niet beïnvloeden door het stille protest van mijn moeder. Integendeel zelfs. Bij het ophalen van de fiets kocht hij er gelijk een mooie fietstas bij. Ik zie hem nog staan bij de fietsenverkoper. Hij wees met zijn hand richting de tassen en haalde zijn portefeuille te voorschijn, waarbij zijn glimmende zakhorloge even 'buitenboord' viel. Het zwarte mapje verborg zijn flappen geld. Hij bewaarde het altijd in zijn binnenzak met een sigaar erbij. 
De transactie was snel beklonken; de verkoper maakte de fiets rijklaar en snoerde de fietstas met de naar leer geurende riempjes vast aan de bagagedrager. Bij het thuiskomen 'smokkelden' we de fiets snel de schuur in. Ik keek om het hoekje van de deur en gluurde naar mijn moeder, zonnebadend op haar stretcher, verzonken in een middagdutje, haar benen glimmend van de zonnebrandolie. In het gazon madeliefjes als een krans er om heen. Mijn vader reed er altijd met zijn grasmaaier bewust aan voorbij om zo een natuurlijk kleedje te creëren. De wind verlegde een haarlok en de zon deed haar zomersproeten talrijker worden. Een merel landde in de bloeiende rozenstruik met zijn oranje snaveltje prominent voor zich uit stekend. De tak zwiepte even zachtjes op en neer. Rozenblaadjes dwarrelden naar beneden en kwamen op haar been terecht. Had ik het goed gezien? Keek de vogel met zijn zwarte kraaloogjes onze kant op?
Melodieus gezang volgde. Alsof hij haar wakker wilde maken. Alsof hij ons geheim wilde verklappen. Maar ze sliep rustig door. De hoofdjes van de madeliefjes bewogen zacht in de wind, bijna op het ritme van haar ademhaling. 
Ik draaide me om en mijn vader knipoogde naar mij alsof hij ons geheim wilde bekrachtigen. Ze kon nu niet anders dan overstag gaan. Er was geen weg meer terug. ,,Iedereen kan met mij alle kanten op, maar met jou sla ik de allerbeste weg in,'' gebruikte hij altijd als oneliner tussen ons. We hadden dan ook een vader-dochter relatie met een stevig fundament. Waarbij woorden vaak overbodig waren maar één blik, of een betekenisvolle zin, al veelzeggend was. Op dat moment hoorden we geritsel. We keken allebei om. Ons gestreept tijgertje keek ons vragend aan en schuurde met haar lichaam tegen mijn been, terwijl haar ruggetje licht kromde en haar staart zich krulde. 

Al snel naderde het nieuwe schoolseizoen en reed ik op mijn nieuwe fiets met mijn boekentas ermee naar school. Elke dag door weer en wind. Hagel ketste in mijn gezicht als scherp steengruis terwijl ik knokte tegen de harde stormwind die mij richting sloot dirigeerde. Maar deze stalen ros hield mij overeind. Jarenlang bewees hij mij goede diensten totdat ik mijn rijbewijs haalde. De fiets verdween definitief in de schuur. Wegdoen? Nee. Dat nooit! Oude herinneringen zaten als een stuk modder er aan vastgeplakt.

Jarenlang stond hij te ‘verstoffen’ in die oude schuur. Tot die ene dag: toen mijn ouders het huis verkochten en wilden verhuizen naar een woning met een kleinere oppervlakte. De fiets was nu echt wel een onhandig obstakel geworden. Gelukkig wist mijn moeder er nog een goede bestemming voor. Ze had het briefje lachend in mijn handen geduwd met het adres van de nieuwe eigenaar. Hij had enthousiast gereageerd, vertelde ze.
Terwijl ik het beduimelde briefje met het adres in mijn hand vastgeklemd hield, kromde mijn andere hand zich krampachtig om het stuur. Alsof ik niet meer los wilde laten. Het zachte suizen van de fiets als het ruisen van de zee zorgden voor nog meer twijfels. De angst voor het afscheid groeide met de minuut. Mijn hart bonkte tegen mijn ribbenkast terwijl zweetdruppels op mijn voorhoofd parelden. Het fietspad vloeide langzaam over in een smal langweggetje. Een groen hekwerk wees mij de weg  naar links. In de verte een oud huis met kozijnen waar de verf vanaf krulde. Ervoor een lading fietsen opeengepakt als stukken oud vuil. Ik bolde langzaam uit op het terrein van de fietsenkarkassen. Een man met grote zwarte laarzen trapte er tegenaan. De fietsen kraakten. Was dit zijn definitieve lot? Moest hij hier tussen staan? Als een afgedankt voorwerp? Waarom moest mijn oude brik eigenlijk weg? Als ik thuis goed rondkeek had ik er vast nog ergens een plaatsje voor.
Mijn gevoel en verstand bereikten het hoogtepunt van hun strijd, waarbij mijn emotie uiteindelijk glorieus met de overwinning ervan doorging.
De man keek mij vragend aan. Ik stamelde nog wat maar draaide met mijn stuur al de andere kant op. Ik hobbelde scheef weg over het oneffen pad, brandnetels brandden langs mijn benen. Maar dat gaf mij nog eens een extra boost en ik reed keihard van het fietsenkerkhof af…deze fiets ging weer mooi terug naar huis! Hij verdiende een keurig plaatsje onder zijn vertrouwde wollen dekentje. Hij moest eerst maar eens opgepoetst worden. En daarna? Ach ja, over 30 jaar zie ik wel weer…

Op zoek naar meer sfeerverhalens? Dan is het boek 'Zatte Bramen en andere sfeerverhalen' iets voor jou!
Te koop bij Boekscout.nl. 
© Copyright Corawriter 2016

donderdag 13 mei 2021

Bezoek bloemenpark William-Farcy

 

Bloemenpark William-Farcy
Bloemenpark William-Farcy in Offranville is een glooiende parkachtige tuin met talloze borders en achter elk hoekje in de zomer een verrassende bloemenpracht. Slingerende paden met bedjes van houtsnippers wijzen je de weg. Ontdek de prachtige pergola’s versierd met watervallen van rozen. En heb je wel eens door een heus berkenlaantje gewandeld? De tuin biedt talloze gezellige zitjes waar je kan genieten van een variëteit aan bomen, planten en bloemen zoals rozen, pioenrozen en hortensia’s. Echt een aanrader voor tuinliefhebbers en natuurfans! Geopend van april tot en met september. Noteer alvast het adres van Camping Le Colombier, een groene camping gelegen naast het bloemenpark van Willliam-Farcy, voor een mooi plaatsje in je zomervakantie.

Camping Municipal Le Colombier
453 Rue Loucheur
76550 - Offranville

Op zoek naar meer Frankrijktips? Dan is het boek 'Zatte Bramen en andere sfeerverhalen' iets voor jou! Te koop bij Boekscout.nl.

 
Copyright Corawriter 2021